Oorsprong
De Rhapis excelsa, beter bekend als de Lady Palm of Bamboepalm, heeft zijn oorsprong in het zuiden van China en Taiwan. De plant groeit daar van nature in de schaduwrijke ondergrondse lagen van de regenwouden. In de 17e eeuw werd de Rhapis excelsa geïntroduceerd in Japan, waar ze de plant liefkozend 'de bamboepalm’ noemden vanwege de gelijkenissen met bamboe.

Kenmerken
Rhapis excelsa kenmerkt zich door zijn elegant gevormde, glanzende bladeren die uit verschillende segmenten bestaan. De stam van de plant is bedekt met vezelige, bruine scheuten, die op bamboe lijken, hierdoor komt de bijnaam 'bamboepalm'. De plant blijft relatief klein in vergelijking met andere palmen, de maximale hoogte is ongeveer 4 meter bij optimale groeiomstandigheden. Binnen in een pot blijft de plant vaak kleiner, tot ongeveer 2 meter.

Verzorging
De Rhapis excelsa gedijt het beste bij een temperatuur tussen 15 en 24 graden Celsius. De plant prefereert een schaduwrijke of half-schaduwrijke standplaats, aangezien hij in de natuur ook in schaduwrijke delen van het bos groeit. De Rhapis excelsa heeft een voorkeur voor goed doorlatende grond en dient regelmatig te worden bewaterd, maar zonder dat de wortels langdurig in het water blijven staan. Over het algemeen is de Rhapis excelsa een eenvoudig te verzorgen plant die goed aangepast is aan het leven binnenshuis.